Bridgeregels

Een paar globale regels over wat mag en wat moet.

  • Gezegd is gelegd en gepakt is gepakt
    Als de leider een kaart in de dummy heeft genoemd om te spelen, dan moet die kaart gespeeld worden.
    Rommelen in het biedbakje is niet toegestaan. Eerst goed nadenken dan pas pakken
  • De Dummy.
    De dummy mag zich niet met het spel bemoeien. Hij mag alleen proberen te voorkomen dat de leider van de verkeerde kant speelt.
  • Wie mag wat zeggen?
    Als zich een onregelmatigheid aan tafel voordoet, dan is het in eerste instantie aan de linker tegenstander om daar iets van te zeggen. In het algemeen heeft hij dan de keuze de onregelmatigheid te accepteren of niet te accepteren. Bij niet accepteren moet altijd de arbiter gevraagd worden.

    Een paar voorbeelden:
  • Iemand biedt voor zijn beurt
  • Iemand komt uit voor zijn beurt
  • Iemand doet een onvoldoende bod
  • Aan het eind van een spel
    Ruim de gemaakte slagen pas op, als door alle vier spelers het resultaat is bevestigd en als er geen onregelmatigheden zijn vastgesteld.

Alerteren

De hoofdregel voor het alerteren is : Je moet biedingen alerteren waarvan je kunt vermoeden dat de tegenpartij er zonder waarschuwing een andere betekenis aan toekent.

Een paar veel voorkomende voorbeelden waarbij je moet alerteren:
* 1♣- opening als dat een twee kaart kan zijn
* De afspraak dat het antwoord van 1 of 1♠ na een 1♣- opening een vijfkaart belooft is, kan voor de tegenstanders zo ongebruikelijk zijn dat die afspraak wel moet worden gealerteerd.

* De Stayman en Jacoby biedingen na de 1SA /2SA openingen EN de kunstmatige antwoorden daarop
* Alle kunstmatige biedingen na bijvoorbeeld een sterke of zwakke opening en de antwoorden daarop
* Het is wenselijk om zwakke sprong volgbiedingen of zwakke sprong volgantwoorden te alerteren, als je denkt dat je daarmee de tegenstanders op het verkeerde been zet. Zie de hoofdregel
* Elke conventionele bieding moet gealerteerd worden. Een uitleg als Lavinthal, Muiderberg of Montreal is dan onvoldoende

* Als een bieding onduidelijk is mag je altijd vragen om een nadere uitleg

Verzaken is menselijk

We hebben soms even een "wegtrekkertje" en spelen dan niet in de kleur bij die gevraagd wordt, terwijl we nog wel een kaart in die kleur hebben. Kortom we verzaken, een van de meest voorkomende arbitragegevallen. Voordat jij of je partner in de volgende slag een kaart hebben gespeeld, kan deze verzaking nog worden hersteld. De verzaking is dan niet voldongen. Als jij of je tegenspelers de verzaking snel ontdekken mag deze als volgt hersteld worden: De foutief gespeelde kaart wordt een "grote strafkaart" en jij mag dan in de juiste kleur bijspelen. 

Als de verzaking later ontdekt wordt kan hij niet meer hersteld worden, de verzaking is dan "voldongen". Let op: Er volgt dan geen straf, maar een rechtzetting. Als de verzaker (niet zijn partner!) door de verzaking de slag heeft gemaakt en hij maakt daarna nog een slag dan moet de verzakende partij twee slagen overdragen.

Als de verzaker door de verzaking de slag niet heeft gemaakt, maar de verzakende partij daarna nog een slag dan moet de verzakende partij één slag overdragen.

Die spelregels toch…..

Het komt vaak voor dat een speler merkt dat zijn partner tijdens het bieden een afspraak niet bekend maakt of een conventioneel bod niet alerteert, dan mag die speler op geen enkele wijze daar iets van laten blijken.
Stel dat dit paar leider en blinde worden. Dan moeten zij voordat de linker tegenstander uitkomt aan de tegenspelers melden dat er sprake is van foutieve uitleg. Daar hebben de tegenspelers recht op, immers die informatie kan belangrijk zijn voor de uitkomst. (desgewenst en meestal is het goed om nu de arbiter te raadplegen).
Maar stel nu dat dit paar tegenspeler wordt. Nu moeten zij hun kaken stijf op elkaar houden (dus niet alleen tijdens het bieden maar ook tijdens het spelen niets laten blijken dat er iets fout is gegaan). Pas aan het einde van het spel moet de arbiter ontboden worden.
Waarom? In feite zegt die speler nu tegen zijn partner: dat bewuste bod betekent niet dit, maar dat. Allemaal informatie die zeer nadelig kan zijn voor de leider waardoor een arbitrale score heel dichtbij komt.
 

GEZEGD IS GELEGD!

Iedereen herkent dit wel, je speelt een lastig contract en hebt een speelplan gemaakt. Je bent zo geconcentreerd dat de slagen al in de goede volgorde in je hoofd zitten. Je speelt een kleintje uit de hand en neemt die in de dummy met de boer. Zo die houdt. En nu harten aas van tafel en harten vrouw getroefd in de hand. MAAR je zègt "HARTEN VROUW, oh nee HARTEN AAS natuurlijk". Dit alles gebeurt in één adem en niemand heeft nog gereageerd. Mag je dan alsnog HARTEN AAS spelen zoals je van plan was?
Helaas voor jou zijn de huidige spelregels heel duidelijk, een kaart die genoemd of aangeraakt is, moet uit de dummy gespeeld worden. GEZEGD IS GELEGD! In het hele, hele grijze verleden stond er iets in de spelregels dat een herstel in "Eén adem" toegestaan was en bij veel spelers leeft deze regel ten onrechte nog steeds.
 

LEIDER SPEELT UIT DE VERKEERDE HAND

Het overkomt ons allemaal wel eens dat we als leider uit de verkeerde hand voorspelen. We zijn in de dummy, maar leggen uit de hand een kaart open op tafel. Wat nu? Het woord is aan de tegenstanders. Als zij jouw uitkomst accepteren, dan gaat het spel gewoon door. Als de linker tegenstander zonder iets te zeggen een kaart bijspeelt dan accepteert hij daarmee de verkeerde uitkomst en gaat het spel gewoon door. Als zij de uitkomst niet accepteren, met bijvoorbeeld de woorden: "Je bent op tafel", dan gaat de gespeelde kaart terug in de hand en mag je een willekeurig kaart uit de blinde spelen. De terug gestoken kaart wordt dan geen strafkaart.  

WAT MAG DE DUMMY EIGENLIJK?

Kort gezegd mag de dummy tijdens het afspelen alleen maar braaf bijspelen en de gemaakte en niet-gemaakte slagen bijhouden. Als hij ziet dat er mogelijk een onregelmatigheid staat te gebeuren, mag hij proberen die onregelmatigheid te voorkomen. Bijvoorbeeld als hij ziet dat de leider uit de hand wil gaan spelen terwijl hij op tafel is. Als de onregelmatigheid heeft plaats gevonden mag de blinde daar niet op wijzen. Pas na afloop van het spel mag hij de aandacht vestigen op de onregelmatigheid. De enige uitzondering is dat de blinde de leider mag vragen, als die in een slag niet heeft bekend, of hij nog een kaart in de voorgespeelde kleur heeft.